Het gedicht over de beuken is van Jan van Nijlen
Twee bruine beuken zijn mijn naaste buren
In de oude voorstad, in een smalle straat;
Desmorgens vallen vonken van hun vuren
Tot in mijn kamer, tot op mijn gelaat,
en 's avonds, als de wind waart door hun kruin
Varieert hun kleur van violet tot bruin.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten